Leestijd 12 minuten  

Kruidenprofiel

Nederlandse benamingZoethout, in Vlaanderen ook wel bekend onder naam kalissenhout, kalissiehout, kaliesjestok of gewoon kalisse.
Latijnse benamingGlycyrrhiza glabra (Leguminosae)
Traditionele toepassingenHet gekookte extract van zoethoutwortel wordt gebruikt bij hoest en maagklachten, d.w.z. ontstekingsziekten van de slijmvliezen. De bladeren worden uitwendig gebruikt bij eczeem en jeuk.
Wetenschappelijk bewezen effect(en)Bevat de glycoside glycyrrhizine met 50 keer de zoetkracht van huishoudsuiker, meer dan 40 verschillende flavonoïden, waaronder liquiritine en liquiritigenine. Glycyrrhizine remt de afbraak van cortisol en aldosteron, wat het sterke ontstekingsremmende effect verklaart (cortisol), maar hoge bloeddruk en nierschade kan veroorzaken (aldosteron) bij langdurige toediening. Het heeft een bijzonder sterk ontstekingsremmend effect, evenals antibacteriële, schimmeldodende, diuretische, slijmoplossende en pijnstillende eigenschappen. Het wordt voornamelijk gebruikt bij inflammatoire gastro-intestinale aandoeningen (vooral maagzweren) en ademhalingsproblemen (vooral chronische hoest).
Contra-indicatiesLet op: remt de lichaamseigen afbraak van cortisol en aldosteron, dus nooit langer dan 3 weken achter elkaar voeden! Een te frequente of te hoge dosis kan leiden tot een verhoging van de bloeddruk en blijvende schade aan de nieren veroorzaken. Niet toedienen aan drachtige merries of paarden met een verminderde nier-, lever- of hartfunctie. Niet toedienen aan paarden met een risico op hoefbevangenheid, omdat vermoed wordt dat verhoogde cortisolniveaus hoefbevangenheid kunnen uitlokken!
Wanneer wordt het verzameld?De wortels worden in de herfst opgegraven.
Welke delen van de plant worden gebruikt?Voornamelijk de wortels, voor uitwendig gebruik ook de bladeren.
Hoe bereid je het?Zoethoutwortel moet 10 minuten worden gekookt en dan worden gezeefd. Kook 2-3 theelepels zoethoutwortel met ¼ – 1 liter kokend water, laat 10-15 minuten op een laag vuur koken en zeef het brouwsel.
TriviaDe plant komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied, maar ondersoorten komen over de hele wereld voor. In Duitsland wordt hij alleen geteeld in de regio rond Bamberg, de meeste drop wordt geïmporteerd uit India. Het eerste gedocumenteerde gebruik van zoethout was 3000 jaar geleden in Egypte. Napoleon Bonaparte zou ook altijd wat zoethout bij zich hebben gehad. Het werd hier beschreven in 1925 in “Hager’s Handbook of Pharmaceutical Practice”. Gedroogde zoethoutstaafjes worden gebruikt als “natuurlijke tandenborstels” omdat het hout erg vezelig wordt als je erop kauwt en zo je tanden reinigt. De uitdrukking “zoethout raspen” wordt gebruikt voor vleiende complimenten als een man een vrouw het hof maakt.

Traditionele toepassingen

De zoethoutplant staat al lang bekend om zijn geneeskrachtige eigenschappen en is met zijn ongeveer 400 verschillende ingrediënten uitgeroepen tot geneeskrachtige plant van het jaar 2012. Het belangrijkste actieve ingrediënt is glycyrrhizine, dat 50 keer meer zoetkracht heeft dan gewone huishoudsuiker.

De wortel wordt vooral gebruikt bij droge hoest of ontstekingen aan de maag, zoals gastritis of maagzweren. Vroeger werd zoethoutwortel samen met venkel, gember en anijs in water of bier gekookt en als drankje gegeven om hoest te behandelen.

Historische context en curiosa

De Nederlandse naam van de zoethoutplant is te danken aan de zoete smaak en de houtachtige takken. De Latijnse naam Glycyrrhiza is samengesteld uit de Griekse woorden “glycys” (zoet) en “rhiza” (wortel). De plant komt voornamelijk voor in het Middellandse Zeegebied, maar er zijn ondersoorten over de hele wereld. Zoals zoveel geneeskrachtige planten is zoethout over de hele wereld verspreid door de handel over zee.

In Centraal-Europa wordt zoethout al sinds de middeleeuwen als geneeskrachtige plant gebruikt. Vanaf het midden van de 18e eeuw werden snoepjes gemaakt van zoethout, suiker en bloem verkocht in Britse apotheken om hoest te behandelen. Maar het waren waarschijnlijk de oude Egyptenaren die de plant voor het eerst gebruikten. Volgens de overlevering werd de plant 3000 jaar geleden gevonden in het graf van koning Toet. Zij kenden ook een zoethoutdrank genaamd “Mai sus”. De traditionele Chinese geneeskunde erkent zoethout – vers of geroosterd – ook al lang als fytotherapeutisch middel.

Vandaag de dag is zoethout nog steeds belangrijk op verschillende gebieden. Zoethout is niet alleen een geneesmiddel, maar ook een smaakvolle lekkernij. De zoethoutwortel is een grondstof voor de productie van drop, waarvoor het wordt gewassen, geschild, gedroogd, geraspt en vervolgens gekookt in water. Het zoethoutsap wordt vervolgens op laag vuur ingedikt tot een vaste massa en verwerkt tot verschillende soorten drop. Extracten van de plant worden gebruikt als smaakversterkers in bier, kruidenlikeuren en frisdranken of om tabak te aromatiseren. Extractresten kunnen worden gebruikt als compost in de champignonteelt of in diervoeder. Het vezelafval wordt geperst en gebruikt als bouwplaat en in de brandblusmiddelenindustrie.

Gebruik van zoethout bij paarden

Vanwege de sterke ontstekingsremmende werking op de slijmvliezen is zoethout bijzonder geschikt om ontstekingen aan het maag- en darmslijmvlies te verzachten. In een onderzoek met 12 ezels, waarin het profylactische effect van zoethoutwortelextract op maagzweren bij paardachtigen na toediening van pijnstillers werd onderzocht, werd een placebogroep, een groep die alleen de pijnstiller kreeg en een derde groep met pijnstiller en extra zoethoutwortelextract onderzocht.

Ongeveer 20% van de maagzweren bevinden zich in de pylorische regio, de achterkant van de maag. Deze worden voornamelijk veroorzaakt door permanente stress, die intrinsiek of extrinsiek kan zijn, en die leidt tot een verminderde bloedtoevoer naar het maagslijmvlies, dat dan niet langer in staat is om de natuurlijke slijmbarrière in stand te houden. De irritatie veroorzaakt door het maagzuur leidt dan tot gastritis en op lange termijn tot maagzweren, die pijn en dus nog meer stress veroorzaken.

De ezels werden onderzocht op EGGD-laesies (Equine Glandular Gastric Disease), d.w.z. maagzweren in het achterste, glandulaire maaggebied, met behulp van gastroscopie en bloeddiagnostiek. De onderzoeken werden uitgevoerd op dag 0 (referentie) en na 7 testdagen. Op de eerste dag vertoonde, met uitzondering van één dier, geen enkel ander dier EGGD-laesies. Na een week vertoonden alle ezels in de tweede groep (pijnstiller) ernstige EGGD-laesies, terwijl dieren in de derde groep (pijnstiller en zoethout) slechts lichte veranderingen vertoonden. Er waren geen veranderingen in de placebogroep. Niet alleen werd de ernst van de maagzweren verminderd door het zoethoutwortelextract, maar ook de door het medicijn veroorzaakte hypoglykemie en mogelijke leverschade werden door het zoethout verminderd.

Het gebruik van zoethout wordt daarom aanbevolen voor paarden met gastritis of bewezen maagzweren om deze te kalmeren en te helpen genezen. Glycyrrhizine valt echter onder de dopingregels, dus het mag niet worden gegeven aan sportpaarden.

Naast het krachtige effect op ontstekingen in het spijsverteringskanaal heeft de plant een slijmoplossende, antibacteriële en verzachtende werking, die ook kan helpen bij ademhalingsproblemen. Vooral bij paarden met chronische (droge) hoest kan zoethout(extract) vaak vrij snel verlichting brengen. Natuurlijk is genezing hier alleen mogelijk als de oorzaken en triggers van de chronische hoest tegelijkertijd worden weggenomen of therapeutisch worden aangepakt.

Omdat de zoethoutwortel niet voldoende kan worden afgebroken door het paard, moet het altijd worden gekookt, of als alternatief moet het kant-en-klare zoethoutextract worden gebruikt. Zoethout mag nooit langer dan drie weken achtereen in therapeutische hoeveelheden worden gebruikt, omdat het de lichaamseigen afbraak van cortisol en aldosteron remt, wat kan leiden tot gezondheidscomplicaties variërend van hoefbevangenheid tot nierfalen.

De volgende behandeling heeft zich in de paardenvoeding bewezen:

  • 2 weken lang dagelijks 1-2 theelepels zoethoutextract voeren (als alternatief het afkooksel van 2-3 theelepels gekookte zoethoutwortel)
  • 2 weken pauze
  • 2 weken lang dagelijks 1-2 theelepels zoethoutextract voeren (als alternatief het afkooksel van 2-3 theelepels gekookte zoethoutwortel)

Na de kuur moet een langere pauze worden genomen.

Deze kuur komt voornamelijk tot uiting in een zes weken durende darmreiniging, waarbij gedurende de zes weken ook continu bittere kruiden (30-50 g per dag) worden gegeven om de darmen te stabiliseren. De combinatie van zoethoutwortel en bittere kruiden helpt ontstoken slijmvliezen te kalmeren, het microbioom in de dikke darm te stabiliseren en zo bij te dragen aan een betere algehele gezondheid van het spijsverteringskanaal.

Voor eczeem en jeukende huidgebieden wordt uitwendig wrijven met verse, geplette zoethoutbladeren ook aanbevolen, maar omdat de plant hier zelden wordt gekweekt, is dit in de praktijk moeilijk uitvoerbaar.

Contra-indicaties

Het actieve ingrediënt in zoethoutwortel (glycyrrhizine) remt de afbraak van lichaamseigen cortisol in de lever. Hierdoor stijgt het cortisolniveau, dat verantwoordelijk is voor het ontstekingsremmende effect in het lichaam.
Maar iedereen die ooit te maken heeft gehad met door een arts voorgeschreven cortison, weet dat het een tweesnijdend zwaard is: op korte termijn is het een fantastische ontstekingsremmer. Op de lange termijn kan het allerlei (geheel nieuwe) gezondheidsproblemen veroorzaken, omdat het ook het immuunsysteem remt, de bloedsuikerspiegel opdrijft en een progressieve eiwitafbraak in het lichaam veroorzaakt.
Daarom moet zoethout altijd maar voor een korte periode gegeven worden; zoals al beschreven raden we meestal aan om het 2 weken te geven en dan een pauze in te lassen.

Bij patiënten met een risico op hoefbevangenheid wordt vermoed dat cortison een acute episode van hoefbevangenheid kan uitlokken. De studiesituatie is hier niet helemaal duidelijk, maar we kiezen voor voorzichtigheid en raden daarom aan om zoethout te vermijden in gevallen van hoefbevangenheid (wat een potentieel dodelijke ziekte is).
EMS verwijst in eerste instantie alleen naar een paard met overmatige vetophopingen, wat het belangrijkste symptoom is. EMS kan samengaan met insulineresistentie, maar dat hoeft niet per se. Er zijn ook paarden die gewoon dik zijn. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen paarden met pseudo-EMS, d.w.z. overgewicht veroorzaakt door lymfatische afzettingen. Er zijn ook mengvormen – paarden die last hebben van zowel vet als lymfatische afzettingen. Paarden met pseudo-EMS kunnen ook insulineresistentie hebben, maar dit is niet altijd het geval.
Paarden met Cushing-symptomen hebben ook vaak insulineresistentie. Volgens onderzoeken heeft ongeveer 60% van de paarden met Cushing-symptomen ook insulineresistentie. Maar er zijn ook nog de andere 40%. En er zijn paarden met een normaal gewicht of zelfs vrij slanke paarden die insulineresistentie kunnen hebben. Paarden met insulineresistentie mogen over het algemeen geen zoethoutextract krijgen, omdat het de bloedsuikerspiegel verhoogt.

In individuele gevallen hangt het echter ook af van de symptomen die het paard vertoont, hoe ernstig de insulineresistentie is en hoe er wordt omgegaan met het bewegingsmanagement van het paard. Als het paard met zijn insulineresistentie elke dag goed aan beweging doet, dan is er niets tegen een korte kuur zoethoutextract te zeggen als dit geïndiceerd is, bijvoorbeeld om de chronisch ontstoken luchtwegen te kalmeren zodat het paard beter kan ademen en nog beter getraind kan worden.

Hetzelfde geldt voor paarden met klinisch manifeste PSSM. In het geval van PSSM moet onderscheid worden gemaakt tussen paarden met een genetische predispositie – waarbij zoethoutextract zeker kan worden gegeven als een tweeweekse behandeling als het bijvoorbeeld is geïndiceerd om het spijsverteringskanaal te stabiliseren of voor chronische ademhalingsproblemen.
Bij klinisch manifeste PSSM staan voorlopig andere zaken centraal; zoethoutextract zou hier sowieso niet worden gebruikt en het is ook niet aan te raden.

Zo zie je maar weer – zoals zo vaak het geval is met stofwisselingsproblemen bij paarden – dat de werkelijkheid uiteindelijk iets gecompliceerder is. Daarom is het voor paarden met klinisch manifeste stofwisselingssymptomen – of het nu het dikke EMS-paard is, het te dunne paard met insulineresistentie, of een paard met een geschiedenis van hoefbevangenheid, een diagnose van Cushing of een genetische aanleg voor PSSM – altijd aan te raden om een competente therapeut te raadplegen die je kan helpen bij het samenstellen van een geschikt voedings- en therapieplan voor het individuele paard en zijn gezondheidsproblemen. Anders kan een goedbedoelde therapie (maar helaas de verkeerde voor dit paard) meer kwaad dan goed doen.
Ook voor kruiden geldt: ze grijpen in op de stofwisseling en waar er een effect is, is er altijd een potentiële bijwerking.

Bronnen

  • Ahmadnejad M. et al. (28.07.2022): Prophylactic effects of Glycyrrhiza glabra root extract on phenylbutazone-induced Equine Glandular Gastric Disease (EGGD). J Equine Vet Sci. 2022 Nov. https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35908599/ (zuletzt aufgerufen am 29.10.2023)
  • Clevely, A., Richmond, K. (2006): Die Welt der Kräuter – Alle Kräuter von A-Z – Der große Ratgeber für Garten, Haushalt und Gesundheit. Premio Verlag. Slovakia.
  • Fritz, Dr. C., Maleh, S. (2020): Zivilisationskrankheiten des Pferdes – ganzheitliche Behandlung chronischer Krankheiten. Thieme Verlag, Stuttgart. 2. aktualisierte Auflage.
  • Korz, N. und Müller, A-K. (2020): Der Kräuterguide für Pferde.
  • Peper, K.-H. (2015): Lexikon der Ostfriesischen Natur- und Volksheilkunde -Gesammeltes Wissen von 1560 bis heute. Isensee Verlag. Oldenburg.
  • Schneider, F. (19.06.2023): Süßholzwurzel – vielseitige Pflanze mit spannender Geschichte. Kräutermagazin. https://kraeuterkontor.de/magazin/suessholzwurzel/ (zuletzt aufgerufen am 24.10.2023)
  • Wittek, C. (2019): Heilpflanzen Hausmittel für Pferde. Franckh-Kosmos Verlags-GmbH Co, Stuttgart.
  • https://de.wikipedia.org/wiki/Echtes_S%C3%BC%C3%9Fholz (zuletzt aufgerufen am 20.12.2023)
  • Al-Snafi, A. E. (2018). Glycyrrhiza glabra: A phytochemical and pharmacological review. IOSR Journal of Pharmacy, 8(6), 1-17.
  • Nazari, S., Rameshrad, M., Hosseinzadeh, H. (2017). Toxicological effects of Glycyrrhiza glabra (licorice): a review. Phytotherapy research, 31(11), 1635-1650.
  • Hasan, M. K., Ara, I., Mondal, M. S. A., Kabir, Y. (2021). Phytochemistry, pharmacological activity, and potential health benefits of Glycyrrhiza glabra. Heliyon, 7(6).
  • Parvaiz, M., Hussain, K., Khalid, S., Hussnain, N., Iram, N., Hussain, Z., Ali, M. A. (2014). A review: Medicinal importance of Glycyrrhiza glabra L.(Fabaceae family). Global J Pharmacol, 8(1), 8-13.
  • Wahab, S., Annadurai, S., Abullais, S. S., Das, G., Ahmad, W., Ahmad, M. F., … Amir, M. (2021). Glycyrrhiza glabra (Licorice): A comprehensive review on its phytochemistry, biological activities, clinical evidence and toxicology. Plants, 10(12), 2751.
  • El-Saber Batiha, G., Magdy Beshbishy, A., El-Mleeh, A., M. Abdel-Daim, M., Prasad Devkota, H. (2020). Traditional uses, bioactive chemical constituents, and pharmacological and toxicological activities of Glycyrrhiza glabra L.(Fabaceae). Biomolecules, 10(3), 352.
  • Williams, C. A., Lamprecht, E. D. (2008). Some commonly fed herbs and other functional foods in equine nutrition: a review. The Veterinary Journal, 178(1), 21-31.
  • Vokes, J., Lovett, A., Sykes, B. (2023). Equine Gastric Ulcer Syndrome: An Update on Current Knowledge. Animals, 13(7), 1261.
  • Ahmadnejad, M., Jalilzadeh-Amin, G., Sykes, B. W. (2022). Prophylactic effects of Glycyrrhiza glabra root extract on phenylbutazone-induced Equine Glandular Gastric Disease (EGGD). Journal of Equine Veterinary Science, 118, 104088.
  • Tangjitjaroen, W., Xie, H., Colahan, P. (2009). The therapeutic actions of traditional Chinese herbal medicine used for the treatment of equine respiratory diseases. American Journal of Traditional Chinese Veterinary Medicine, 7-21.
  • Alexyuk, P. G., Bogoyavlenskiy, A. P., Alexyuk, M. S., Turmagambetova, A. S., Zaitseva, I. A., Omirtaeva, E. S., Berezin, V. (2019). Adjuvant activity of multimolecular complexes based on Glycyrrhiza glabra saponins, lipids, and influenza virus glycoproteins. Archives of virology, 164(7), 1793-1803.
  • Kulcsár, M., Karamanová, M., Novotný, F., Vilhanová, Z., Pettenello, M., Tóthová, C. (2022). Phytotherapy compared to omeprazol therapy in equine gastric ulcers. Acta Veterinaria Brno, 91(4), 309-315.

Meer kruidentips vind je hier: Sanoanimal kruidentips voor paardenvoeding

Team Sanoanimal
Laatste berichten van Team Sanoanimal (alles zien)