Leestijd 21 minuten

Voor veel van ons “paardenmeisjes” is deze stap al genomen, maar velen van ons moeten nog de beslissing nemen om hun eerste paard te kopen.

Zo’n beslissing moet goed doordacht zijn, want het hebben van een eigen paard betekent niet alleen een grotere verantwoordelijkheid, maar ook een grotere belasting qua tijd en vooral geld.

Terwijl de kosten voor paardrijlessen of zelfs een verzorgpaard gemakkelijk te plannen zijn, is het een ander verhaal met je eigen paard. Iedereen die al een paard op stal heeft, weet ook: de aanschafkosten zijn meestal het kleinste gedeelte…

Maar eerst en vooral is er natuurlijk de aankoop. Als je door verkoopadvertenties bladert, vind je alles tussen “gratis” en prijzen van zes cijfers. Om te bepalen waar je met de aankoopprijs uitkomt, moet je eerst overwegen: Wat wil ik met het paard doen? Wil je op wedstrijden starten en succesvol zijn in de sport? Dan kom je niet ver met de leuke, goedkope pony van de buren. Ben je op zoek naar een paard om vooral buitenritten en trailriding te kunnen doen? Dan hoeft het geen duur warmbloed te zijn met een top dressuurafstamming en klasseringen op M-niveau. Of toch liever een paard voor circuslessen en grondwerk? Of ben je van plan om langeafstandsritten te maken en aan Endurance wedstrijden deel te nemen? Afhankelijk van je plannen komen verschillende paarden en dus verschillende prijsklassen in aanmerking.

Leeftijd, opleidingsniveau, manier van opfok – tal van overwegingen gaan vooraf aan de aankoop

Ook leeftijd en opleidingsniveau zijn van belang. Hoe jonger en minder opgeleid, hoe goedkoper. Maar dan moet je jezelf ook eens de kritische vraag stellen of je zelf, met je rijvaardigheden, überhaupt wel in staat bent om een jong paard op te leiden? Anders koop je een goedkoop paard, maar investeer je maandenlang in een trainer die het paard voor jou gaat rijden en opleiden, wat uiteindelijk niet bepaald goedkoop is. Vooral veulens of twenters, dus paarden van twee jaar oud, worden vaak vrij goedkoop aangeboden. Maar dan moet je ook de kosten voor de opfok nog erbij optellen. In de loop van 2-4 jaar loopt dit al snel op tot kosten die je net zo goed aan een getraind, volwassen paard had kunnen besteden.

Ook het argument “Ik koop een groen paard, dan kan ik het zelf trainen zoals ik wil” werkt alleen als je ook de juiste vaardigheden en ervaring hebt in het trainen van jonge paarden.

Een paard dat niet eens weet wat een halster is, hoe het op drie benen moet staan bij het hoeven uitkrabben en dat je niet tegen mensen opbotst, stelt heel andere eisen aan de eigenaar dan een ouder, goed getraind paard. Helaas gebeurt het maar al te vaak dat een “groene” ruiter een “groen” paard koopt – en twee studenten samen is zelden goed. Uiteindelijk maak je meestal tien keer zoveel fouten als een professional en eindig je met een getraumatiseerd, niet te rijden paard dat je of moet verkopen of voor veel geld moet laten “corrigeren”.

Mens voert paard
© Adobe Stock/anjajuli

Senioren of “weidemaatjes” worden vaak heel goedkoop aangeboden of zelfs gratis weggegeven. Dat klinkt in eerste instantie goed, want het is makkelijk voor je portemonnee en je doet ook nog iets goeds. Dergelijke paarden zijn echter vaak veel duurder om te onderhouden – naast zakken grasbrok voor de senior die al wat tanden mist, zijn er vaak verschillende dure soorten speciaal voer of regelmatige therapeutische behandelingen om de paarden redelijk pijnvrij te houden. En dan kun je zo’n paard meestal niet of maar heel beperkt berijden. Paarden met gedragsproblemen worden ook vaak gratis weggegeven. Maar ben je zelf in staat om een zwaar getraumatiseerd paard therapeutisch en ruiterlijk op te pakken op zo’n manier dat het niet levensbedreigend wordt voor jullie beiden? Hier moet je altijd kritisch kijken naar je eigen grenzen en ook overwegen wat je eigenlijk wilt met het paard. Is het je doel om na een stressvolle werkdag een ontspannen bosrit met je paard te maken? Dan is het misschien beter om niet die 6 jaar oude, gekke Arabier met slechte opvoeding te nemen, ook al ziet hij er nog zo mooi uit.

Paarden die heel erg goedkoop verkocht worden, blijken op de middellange tot lange termijn vaak echte “spaarvarkens” te zijn.

Gunstige aankoopprijzen kunnen achteraf leiden tot hoge vervolgkosten

Wat je in een jaar investeert in een oud paard naast de normale onderhoudskosten, kun je ook een jaar lang sparen en zo de aankoopprijs voor een jonger en hopelijk nog steeds gezond paard bij elkaar hebben. Normaal gesproken liggen de verkoopprijzen voor een gezond, bereden en redelijk goed paard zonder bijzondere aanleg of erg goede papieren ergens tussen de 3.000 en 10.000 euro. Natuurlijk kun je altijd mazzel hebben en een “koopje” krijgen of je goede vriendin zal je een vriendenprijsje geven als ze weet dat haar paard in goede handen zal komen. Maar vooral bij goedkope paarden moet je twee keer kijken, anders kan het je later duur komen te staan.

Het beste is om – met een kritische blik – te kijken naar je eigen spaargeld, en naar wat je je kunt veroorloven als aankoopprijs. Vervolgens trek je daar nog eens 1.000 euro van af en voer je dat in als maximumprijs in de zoekfuncties van de bekende websites waar paarden te koop worden aangeboden. Naast de aankoopprijs komen namelijk meestal de kosten voor het aankooponderzoek en het transport bovenop, die onmiddellijk na de aankoop moeten worden betaald. Hiervoor moet een kleine reserve worden ingepland. Het is ook beter om geen paarden te kiezen die ver boven jouw budget liggen en dan te proberen om de verkoper genadeloos omlaag te onderhandelen. Dit leidt alleen maar tot frustratie aan beide kanten of tot het feit dat je al verliefd bent geworden en uiteindelijk een paard koopt dat je je eigenlijk niet kunt veroorloven.

Maar zoals elke paardeneigenaar weet, is de aankoop meestal – op de lange termijn – nog steeds het meest gunstige aspect van het bezitten van een paard. Het zijn de lopende kosten die uiteindelijk een gat in je portemonnee slaan.

Verwaarloos de maandelijkse en regelmatige kosten niet

De stalhuur is elke maand verschuldigd en de hoeven moeten ook regelmatig worden gedaan. Hier besparen is minimalisme aan de verkeerde kant, want dit wreekt zich vaak in de vorm van ziekte, die nog duurder wordt. Daarom moet je een nauwkeurige kostenberekening maken voordat je een paard koopt en kijken of het houden van je eigen paard binnen je maandelijkse budget past. De grootste post is eigenlijk altijd de stalhuur. Afhankelijk van de regio, infrastructuur en diensten kunnen hier heel verschillende prijzen worden genoemd. Het duurste is meestal de stal met complete uitrusting: buitenbak, springtuin, longeerbak, binnenbak en een allround verzorging van het paard inclusief dekenservice. De goedkoopste optie is meestal het houden aan huis of in een kleinschalige stal of op een weilandje waar je zelf regelmatig diensten moet draaien.

Natuurlijk heb je niet per se een overdekte rijhal of een grote buitenbak nodig. Maar als je lange werkdagen hebt en in de winter pas om 18.00 uur op stal bent, is het al te donker om buiten te rijden en zonder een verlichte rijbak wordt de rijtijd dan beperkt tot het weekend. Als je waterschuw bent, zul je je drijfnatte paard bij regen ook niet graag in de buitenbak willen rijden waar al langzaam een klein meertje is ontstaan. Vooral niet nadat je twee uur lang met een hoofdlamp de paardenmest uit de modder hebt geschraapt omdat je staldienst hebt. Vooral het verhuizen naar een kleinschalige stal waar je paard niet in volpension kan staan of het aan huis stallen van je paard moet goed doordacht zijn, omdat je tijd inruilt voor een goedkope accommodatie. Tijd die je later met je paard zult missen. Wat in de zomer als een geweldig plan klinkt als de avonden lang zijn en de grond droog is, is helemaal niet leuk als je hooinetten moet vullen in het donker, in de ijzel, en ze door de modder naar de hooiruif moet slepen.

De meesten geven het na één of twee jaar op, gefrustreerd en geïrriteerd, omdat ze meer tijd besteden aan stalwerk dan aan hun paard. Maar is de overstap naar een stal met volpension financieel überhaupt haalbaar?

Daarom is het beter om de maandelijkse stalhuur iets ruimer te berekenen dan te krap. Als het je maar net lukt om het geld bij elkaar te schrapen voor een plek in een kleinschalige stal met veel eigen werk, breek je al snel je nek als de hooiprijzen stijgen of als je om redenen moet overstappen naar een volpensionstal. En wie wil dan zijn paard weer moeten verkopen alleen omdat hij of zij de maandelijkse huur niet kan betalen? Er zijn al genoeg paardeneigenaren failliet gegaan als gevolg van dergelijke acties.

In de kostenberekening moet ook rekening worden gehouden met extra’s en mogelijke prijsverhogingen

Via de lokale advertenties kun je uitvinden hoe hoog de prijzen voor paardenstalling in je eigen regio zijn. De prijzen variëren van zeer goedkope varianten rond de 120 euro voor een open loopstal met zelfverzorging in een zeer landelijk gebied tot meer dan 1.000 euro per maand voor een pensionstal met alle faciliteiten waar je ooit van hebt gedroomd in de buurt van grote steden. Je kunt ook een paar stallen bekijken voordat je paard er is, dan heb je al een idee van wat voor stalhuur je kunt verwachten in jouw regio, en kun je al solliciteren naar een stalplaats als er iets geschikts is. Je kunt ook een paar stallen bekijken voordat je paard er is, dan heb je al een idee van wat voor stalhuur je kunt verwachten in jouw regio, en kun je al aanvragen voor een stalplaats als er iets passends tussen zit.

Naast de maandelijkse kosten voor de stalhuur zijn er nog andere vaste kosten waar je rekening mee moet houden. De stalkosten zijn meestal inclusief hooi en stro. Hier moet je echter goed naar het contract kijken. Sommige stallen bieden hooi aan in kleine hoeveelheden, zoals 2-3 porties per dag, maar als je ad libitum hooi wilt, kost dat extra. In sommige gevallen zijn alleen de rubberen matten bij de prijs van de boxen inbegrepen; als je strooisel wilt, moet je dat extra betalen, afhankelijk van wat je precies nodig hebt. Of het stro is in de normale prijs inbegrepen, maar als je paard last heeft van luchtwegallergieën en je wilt overstappen op vlas of een ander soort opstrooi, dan is dit alleen mogelijk tegen een meerprijs. Veel stallen bieden nu ook andere extra opties aan, zoals hooi in een hooinet vullen en ophangen of gestoomd hooi, hoewel ook hier een toeslag geldt voor de extra inspanning. Met een open stal kan je natuurlijk niet zo individueel kiezen als in een stal met boxen. Hier moet je kijken of het totaalconcept past, anders moet je op zoek naar een andere stal, wat ook andere prijzen kan betekenen. Verhuizen naar een goedkope (want niet optimaal paardvriendelijke) stal omdat je beste vriendin daar staat en vervolgens de staleigenaar proberen te overtuigen van je eigen ideeën door constant te zeuren zal niet werken, maar kan ertoe leiden dat je van de ene op de andere dag op straat staat met je paard. En dan moet je misschien heel snel ergens anders onderdak vinden voor heel duur geld.

Aanvullend voer, gezondheidskosten, tanden, hoeven, vaccinaties

Naast het basisvoer is jou paard nog andere voedselbronnen of supplementen nodig. Je moet regelmatig mineraalvoer geven en je paard ook een zoutsteen ter beschikking stellen. Als je veel traint of een zwaargevoed paard hebt, wil je misschien wat extra voer geven. Als je een paard hebt met latente stofwisselingsproblemen, dan zal je je paard ook regelmatig moeten ondersteunen, bijvoorbeeld met kruidenmengsels. En een zakje met snoepjes voor de circuslessen of als beloning na het rijden mag natuurlijk ook niet ontbreken. Afhankelijk van wat en hoeveel je voert, kunnen de extra kosten snel oplopen tot ruim 100 euro per maand – en hier zijn nog geen kosten voor therapeutische behandelingen inbegrepen, maar alleen voor de basisvoeding om het paard gezond te houden. Natuurlijk zijn de kosten afhankelijk van het soort voer en ook van de grootte van het paard – een groot koudbloedpaard heeft natuurlijk meer van alles nodig dan een kleine pony.

De hoeven moeten ook regelmatig bewerkt worden, gemiddeld om de 6 weken. Een paard dat “op blote voeten” kan lopen is goedkoper dan een paard op 2 ijzers, wat wederom goedkoper is dan een paard rondom op ijzers, wat wederom goedkoper is dan een paard met speciale orthopedische beslag. Voor een paard zonder ijzers kunnen hoefschoenen worden aangeschaft als je veel buitenritten maakt en het terrein een moeilijke ondergrond heeft. Minstens twee keer per jaar moet je monsters van de mest opsturen om deze te laten testen op wormbesmetting, en dan kunnen er ook nog extra kosten zijn voor het ontwormen en nacontroles. Bovendien moet je paard één keer per jaar tegen influenza en tetanus worden geënt en mogelijk tegen andere ziektes zoals Rhino, wanneer je dit wil of het van de stal wordt gevraagd. Incidentele bezoeken aan een osteopaat, acupuncturist of andere therapeut kunnen ook nodig zijn, en ook hier moet je rekening houden met een of twee behandelingen per jaar – het is beter om dit te plannen dan onaangenaam verrast te worden door de kosten.

Eens per jaar moet je paard ook een gebitsbehandeling ondergaan, wat – afhankelijk van de ingreep – ook hoge kosten met zich meebrengt. En natuurlijk moet je wat reserves in je spaarpot hebben voor het geval je paard ziek wordt. Een verkoudheid met hevige hoest, koliek, die natuurlijk altijd toeslaat op de duurste momenten zoals zaterdagavond, of als het echt erg wordt, misschien een aanval van hoefbevangenheid: zo’n dierenartsrekening loopt al snel op tot enkele honderden euro’s. Als je uitgaat van een gemiddelde van 150-200 euro per maand voor hoefverzorging, vaccinaties, mestonderzoek en alle noodzakelijke medische maatregelen, zit je meestal goed. Als je een paard hebt gekozen met gezondheidsproblemen, standsafwijkingen of soortgelijke problemen, mag je het bedrag verdubbelen. Het is beter om iets te veel te rekenen dan te weinig, want als je paard ziek wordt of een blessure oploopt, moet je genoeg buffer op de spaarrekening hebben om de behandeling door de dierenarts en mogelijk een verblijf in de kliniek te kunnen betalen. Een operatieverzekering kan een verstandige investering zijn, zodat je niet plotseling met een enorme berg operatiekosten zit na een ernstige koliek, maar het moet natuurlijk ook maandelijks worden ingecalculeerd.

Uitrusting en training

Dan blijft nog de kostenfactor van uitrusting en training over. Als je op je paard wilt rijden, heb je een goed zadel nodig. Reken op prijzen tussen de 1.000 en 4.000 euro, afhankelijk van je wensen en rijstijl. Ja, soms kost het zadel evenveel of zelfs meer dan het paard. Goede zadels zijn niet bepaald gratis, zelfs niet als ze tweedehands zijn, en het is de moeite waard om iets meer te investeren in een echt goed en geschikt zadel: De paardenrug zal je er dankbaar voor zijn (en je bespaart geld voor de osteopaat of fysiotherapeut). Een zadel moet minstens één keer per jaar worden nagekeken door een vakkundige zadelmaker en indien nodig worden aangepast of opgevuld, wat dan meestal tussen de 150 en 250 euro kost. Als het zadel niet kan worden aangepast, zoals bijvoorbeeld de meeste westernzadels, is het ook mogelijk dat je regelmatig een nieuw zadel nodig hebt en dan het oude moet verkopen of inruilen, wat de aanzienlijk duurdere optie is.

Bruin paard met een bruin zadel
© Valeri Vatel / Adobe Stock

Een goed hoofdstel met een bit of een bitloze versie waar je lang plezier van wilt hebben is zelden verkrijgbaar voor minder dan 100 euro. Hier geldt, zoals zo vaak: als je goedkoop koopt, koop je twee keer. Daarnaast ben je zadeldekjes of western blankets nodig die tussen zadel en paard liggen. Bij voorkeur twee stuks, zodat het ene dekje op het paard ligt en het andere kan drogen (van zweet of regen) of mee in de was genomen kan worden. Bovendien zijn een halster en een halstertouw, eventueel een grondwerktouw met touwhalster voor grondwerk, een longeerlijn en een kaptoom, natuurlijk een poetsbox of -tas met alles wat je voor de verzorging nodig hebt, en een zweetdeken (bijvoorbeeld na een verdoving bij de tandarts of in geval van koliek) de minimale uitrusting. Zoals altijd zijn er geen grenzen aan wat je kunt kopen, maar maak je geen zorgen, de accessoires zullen zich na verloop van tijd vanzelf “vermenigvuldigen” en jou zadelkast zal al snel uit zijn voegen barsten. Daarom moet je je eerste aankopen inhouden en alleen kopen wat je nodig hebt en dan kijken wat je misschien nog mist. Je kunt altijd meer kopen als je dingen mist, maar als je nutteloze dingen koopt en later weer wilt verkopen, krijg je er meestal niet voor terug wat je betaald hebt. Voor de eerste uitrusting met ” toebehoren ” van fatsoenlijke kwaliteit kun je op nog eens ruim 500 euro rekenen.

Met paardrijden geldt: je stopt nooit met leren

Zelfs als je al goed kunt rijden en je je zelfverzekerd voelt, moet je je zit, balans en hulpen steeds opnieuw laten controleren. Ook een paard blijft zich ontwikkelen en wat goed werkt bij een 10-jarige, kan een 20-jarige misschien niet meer. Elke training moet daarom worden aangepast aan de bouw en het vermogen van het paard, en een getrainde blik van buitenaf helpt hierbij. Dit kunnen regelmatige wekelijkse rijlessen zijn of het deelnemen aan clinics met je paard voor verdere ontwikkeling of idealiter een combinatie van beide. Als je een jong paard hebt, kan het ook de moeite waard zijn om in een ruiter te investeren die een of twee keer per week met het paard traint.

De mobiele rijinstructeur is hier meestal de goedkopere optie, omdat hij naar je eigen stal komt en je alleen op tijd klaar hoeft te staan. Dit veronderstelt echter dat de stal op zijn minst een goede, weerbestendige rijbak heeft, die indien mogelijk ook in de winter verlicht moet zijn, omdat het niet altijd mogelijk is om de rijlessen zo te plannen dat je nog daglicht hebt. Houd er dan wel rekening mee dat de trainingen of lessen soms niet door kunnen gaan. Want als je bak na drie dagen regen meer op een aquatrainer lijkt, of de bak in de winter helemaal bevroren of onder een dikke laag sneeuw verstopt is kan hier geen paard getraind worden. Wil je ook in de wintermaanden regelmatig iets met je paard doen, dan kun je het beste voor een stal met een binnenbak kiezen, of op zijn minst met een overdekte buitenbak of longeercircel. Anders heb je na de eerste winter last van frustratie door slecht weer. Dus ook hier geldt: reken een iets hogere stalhuur, de goedkope versie, zoals een weiland met een klein stalletje, is dan niet genoeg. Een goede trainer kost meestal tussen de 30 en 50 euro per keer (er zijn natuurlijk ook veel duurdere en veel goedkopere, maar dit is een goede richtlijn), die dan een of twee keer per week nodig is, dus dat komt neer op zo’n 120 tot 400 euro per maand.

Transport

Dan klinkt het goedkoper om toch één keer per maand een weekendclinic te volgen, die maar 150 euro kost voor twee hele dagen. Dit zijn meestal 4 rijsessies en je leert niet alleen wanneer je zelf op het paard zit, maar ook van het kijken en luisteren naar de lessen van de andere combinaties. Klinkt goed, maar vereist dat je een paardentrailer en een auto met trekhaak hebt dat de trailer mag trekken. In de winter is het meestal makkelijk om een trailer te huren, maar tijdens het wedstrijdseizoen zijn ze vaak al weken van tevoren gereserveerd. Plus de stress van het ophalen, schoonmaken en terugbrengen. De meeste mensen die regelmatig met hun paard op clinics gaan, kopen daarom al snel een eigen trailer. Je betaalt al snel weer evenveel als voor het paard, zelfs voor een goede tweedehandse trailer. Bovendien is de goedkope kleine auto niet langer voldoende omdat het de trailer niet meer mag trekken. Als je een enkel paard met de trailer wilt vervoeren, komen we al snel op minstens 1,5 ton. Wanneer een vriendin met haar paard mee wil, moet de treklast tot 2,3 ton zijn. Dan moet het al snel de grotere stationwagon of een SUV zijn. Maar dit verhoogt ook de onderhoudskosten van de auto – verzekering, belasting, brandstof, reparatiekosten. Misschien toch maar eerst met een instructeur beginnen die bij jou op locatie komt, dat is – zoals eerder gezegd – meestal de goedkopere optie.

Paarden en ruiters op het strand
© majonit/Adobe Stock

Kosten – Overzicht

Als we uitgaan van gemiddelde kosten, kunnen we enkele berekeningen maken:

5.000 euro voor het paard (denk aan de kosten voor de aankoopkeuring!)

2.000 euro voor het zadel

500 euro voor de “basisuitrusting”

Dus 7.500 euro aankoopkosten totdat het paard op stal staat met alle benodigde toebehoren (ervan uitgaande dat een goede vriend het paard heeft vervoerd van de verkoper naar de nieuwe stal en er geen verdere hogere transportkosten zijn door half Europa).

Daarnaast zijn er lopende maandelijkse kosten van geschat

400 euro stalhuur

100 euro extra kosten (extra voer, jaarlijkse zadelcontrole…)

150 euro gezondheidskosten (hoefbehandeling, vaccinatie, mestmonsters, gebitsbehandeling…)

150 euro training

Somt weer op tot rond

800 euro aan onderhoudskosten per maand.

Onberekenbaarheden

Iedereen die hier naar adem snakt, moet onthouden dat de kosten uiteindelijk meestal nog hoger zijn. Als je denkt dat je dit met 600 euro kunt doen omdat je de goedkopere stal neemt of bespaart op de trainer, zul je in de praktijk meestal in de fout gaan: De goedkope stal blijkt een ramp te zijn, zodat je uiteindelijk verhuist naar de duurdere stal, waar het paard wel op een diervriendelijke manier wordt gehouden; door de bespaarde trainer kun je een paard krijgen dat niet “werkt” en de veterinaire kosten lopen al snel op tot astronomische hoogten, omdat de goedkope stal helaas bespaard heeft op ruwvoer en beschimmeld hooi heeft gevoerd en het paard nu chronisch aan de hoest is met permanente therapie en er ook nog een hooistomer moet worden aangeschaft…

Dit zijn de kosten voor een gezond en berijdbaar paard van gemiddelde leeftijd dat geen ” bijzonderheden” nodig heeft. De gratis gekregen senior met zijn 25 jaar, die helaas alleen op grasbrok leeft, komt al snel op een goede 500-800 euro extra voerkosten per maand voor grasbrok en speciaal voer tegen artrose, hartproblemen en de symptomen van Cushing. Het paard dat voor een gunstige prijs “alleen aan ervaren ruiters” wordt weggegeven, moet uiteindelijk volledig door een dure trainer worden gereden nadat iemand een gecompromitteerde schouderfractuur heeft opgelopen tijdens een val en nu bijna niemand meer op durft te stappen; de vertrouwensvol ogende “helaas niet meer berijdbare weidemaat” met chronische hoefbevangenheid, een nare hoest en beginnende zomereczeem wordt een spaarvarken voor therapie- en dierenartskosten, om nog maar te zwijgen van de zenuwen en de geïnvesteerde tijd.

Mensen die op zoek zijn naar een goedkoop of gratis paard hebben aan het eind van de maand meestal niet genoeg geld over om het paard op de juiste manier te onderhouden.

Samenvatting

Als je uitgaat van maandelijkse onderhoudskosten van 800 euro, heb je binnen een jaar 9.600 euro bespaard zonder paard, en zou je hiervoor een goed getraind, gezond paard kunnen kopen. Het hebben van een paard is en blijft een luxe hobby die je je moet kunnen veroorloven, en niet alleen nu maar in de komende 20 jaar. Want als je elke maand weer moet tappen uit je spaargeld of niet weet hoe je aan het eind van de maand de huur bij elkaar moet schrapen, zul je uiteindelijk om financiële redenen afstand moeten doen van het paard – en dat breekt je hart. Als je nu een lang gezicht hebt en beseft dat je droom van een eigen paard zojuist in duigen is gevallen: er zijn veel paardeneigenaren die wanhopig op zoek zijn naar een goede bijrijder omdat ze het zo druk hebben met werken (om het paard te financieren) dat ze zelf nauwelijks aan paardrijden toekomen. Iemand die het paard net zo voorzichtig behandelt alsof het zijn eigen paard is en in ruil daarvoor zijn aandeel in de kosten levert, wordt overal gezocht. Het is de moeite waard om te informeren bij de stallen in de buurt.

Meer over dit onderwerp: Augen auf beim Pferdekauf (Duits)