Leestijd 7 minuten


Paardeneigenaren merken vaak op dat hun viervoeters steeds “gevoeliger” lopen. Vaak is dit het geval wanneer de hoefsmid is geweest en wordt dan als reden genoemd dat de hoeven te kort zijn bekapt.

De boosdoener is gevonden, er moet een nieuwe hoefsmid of hoefbekapper komen. Dat dit loopatroon eigenlijk bij een hoefbevangenheid hoort, weten of zien de meesten niet.

En dat deze normaliter niet door een slechte of verkeerde bewerking van de hoeven wordt veroorzaakt, maar echter door een verkeerd voerbeleid, is tot nu toe ook nog niet overal bekend.

Uit uitgebreid onderzoek weten we nu dat hoefbevangenheid vele gezichten kan hebben.

Alleen de symptomen verlichten verandert de oorzaak niet.

Dit hoeft niet altijd te resulteren in een “volwaardige” hoefbevangenheid, die gepaard gaat met hete hoeven, een teenontlastende houding, veel liggen, weigeren om te bewegen, enz. Veel vaker worden “subliminale” terugvallen van hoefbevangenheid waargenomen. De paarden lopen nog steeds goed op de weide of in de rijbak, maar op harde grond zijn ze voorzichtig, terughoudend, een beetje “klam”, en ze lopen liever een boog dan ter plekke te draaien.

Hoefschoenen of het beslaan van het paard lossen deze “gevoeligheid” snel op – het symptoom verdwijnt. Maar niet de oorzaak. Gevoelig lopen moet altijd een alarmsignaal zijn, want het betekent dat er in de hoef een pijnlijke, meestal inflammatoire reactie plaatsvindt.

De temperatuur van de hoeven kan laag tot normaal zijn (er bestaat ook “koude” hoefbevangenheid, die nooit gepaard gaat met warmte of pulsatie, zelfs niet in een acute episode, vooral in chronische gevallen) en het paard is verder in een goede stemming.

De oorzaken voor de verschillende vormen van hoefbevangenheid kunnen veelzijdig zijn. In het najaar komt het vooral bij paarden voor die nog op een wei staan die eigenlijk al volledig is leeggegeten en het gras daarom heel kort is.

Vroeger was de vuistregel dat paarden met aanleg voor hoefbevangenheid in de herfst/winter op de leeggegeten weilanden gezet konden worden, omdat er dan minder groei en dus minder eiwit in het gras zou zitten.

Inmiddels heeft wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat hoefbevangenheid veel oorzaken kan hebben, maar bijna nooit gerelateerd is aan eiwit in het voer.

Leeggegeten weilanden met kort gras als probleem

Voermanagement; Dikke pony in de wei
© Adobe Stock/Eileen

De leegegeten “golfbaanweilanden”, die je in het najaar vaak kan zien, zijn echter een groot gevaar. Ook korte winterweilanden zijn gevaarlijk voor sensibele paarden. Want ook gras kan gestrest raken en vervolgens gaan de gehaltes aan suiker, fructaan en endofyten omhoog.

Alle drie staan er inmiddels bekend om, dat zij veroorzaker van hoefbevangenheid kunnen zijn. Gestrest raakt het gras vooral door overbegrazing (halmlengte minder dan 10cm vanaf de grond), vertrappen (te veel paarden per oppervlakte, paarden lopen al de hele zomer op hetzelfde stukje) en droogte of nattigheid.

Een zomer waarin het vrijwel continu heeft geregend is net zo problematisch als een lange, droge “Indian summer” waarin de paarden vanwege de droogte tot eind oktober op de wei staan.

In de regel leidt gevoelig lopen ertoe dat de paarden minder bewegen, omdat de beweging pijnlijk is.

Tegelijkertijd wordt de bloedcirculatie in de hoef echter verminderd, omdat het werk van de zogenaamde “hoefpomp” essentieel is voor het wegpompen van het veneuze bloed uit het hoefgebied tijdens het lopen.

Een slechtere bloedcirculatie beperkt echter weer het vermogen om te regenereren. Alleen daar waar vers bloed komt, kan het immuunsysteem effectief werken en worden voedingsstoffen getransporteerd die nodig zijn voor de celstructuur.

Daarom is het in dergelijke gevallen belangrijk, om voor een goede doorbloeding te zorgen, want alleen op deze manier kun je tegenwerken dat het acuut probleem in een chronische hoefbevangenheid omslaat.

Neem het daarom nooit te licht op wanneer je paard gevoelig loopt, maar hou het in de gaten als het mogelijke begin van een heofbevangenheid, die echter erg serieus genomen moet worden.

Wat te doen als het paard gevoelig lopend van de wei komt?

Voorkom in elk geval onmiddellijk de toegang tot de weide of geef op een weiland waar alleen maar nog weinig en kort gras staat extra ruwvoer, om te voorkomen dat het gras verder gestrest raakt en het paard hierdoor nog meer “veroorzakers” van hoefbevangenheid opneemt.

De beste oplossing is om de paarden op tijd naar nieuwe weilandes met voldoende gras te verplaatsen of – als dit vanwege een tekort van weilandes niet mogelijk is – op de winterweide met onbeperkt ruwvoer te zetten, zodra het gras op de weilandes te kort wordt.

Zelfs als je jouw paard het liefst de hele tijd in de wei ziet, doe je de paarden – en de weilanden – geen plezier wanneer de weilanden te weinig ruimte bieden.

In het geval van klassieke, “hete” hoefbevangenheid helpt koelen optimaal in de eerste 48 uur na het begin van de symptomen.

Dit helpt vaak niet bij “gevoelige” paarden, omdat hun aandoening zich meestal al sluipend heeft ontwikkeld in de loop van een paar dagen of weken. In de meeste gevallen is het beter om ervoor te zorgen dat de bloedsomloop in het hoefgebied onmiddellijk wordt gestimuleerd.

Onmiddellijke maatregelen

Naast de zorg van een deskundige hoefspecialist heeft de onmiddellijke toediening van OKAPI HoofCool forte, dat in geen enkele stalapotheek mag ontbreken, zijn waarde bewezen. Het bevat kruiden die een capillairverwijdende en stolseloplossende werking hebben, zodat de bloedsomloop in het hoefgebied zeer snel weer wordt gestimuleerd.

Okapi HoofCool forte
OKAPI HoofCool forte © Okapi GmbH

De toegevoegde clinoptilolieten binden ook zuren en toxines in de dikke darm om de triggers voor hoefbevangenheid te verminderen. De wierook die erin zit staat bekend om zijn ontstekingsremmende werking en wordt al heel lang met succes gebruikt voor paarden met hoefbevangenheid.

Zwavel (MSM) ondersteunt de regeneratie van het hoefhoorn, wat altijd essentieel is voor hoefbevangenheidskandidaten om deformatie zoveel mogelijk te voorkomen. HoofCool moet in de maximale dosering worden gegeven totdat de symptomen zichtbaar verbeteren, daarna kan de dosering meestal in een paar dagen tot ongeveer de helft worden teruggebracht.

Deze hoeveelheid moet 3-4 weken constant worden gehouden, om tijdens de regeneratie de lichaam te ondersteunen.

Houd het paard in deze tijd goed in de gaten. Mocht de manier van lopen weer verslechteren, dan kan de dosering weer worden verhoogd en moet je weer op zoek naar de oorzaken, misschien komen er andere punten dan de wei in aanmerking. Als alles goed gaat, kun je de HoofCool na 3-4 weken geleidelijk afbouwen over een periode van ongeveer een week.

Behandelen is goed, voorkomen is beter!

  • Verplaats de paarden op tijd naar een ander weiland voordat het gras te kort wordt (dit geldt zowel voor de zomer als voor de winter).
  • Stel naar mogelijkheid vanaf uiterlijk augustus ook bei weidegang hooi ter beschikking, zeker bij een kale of kleine wei.
  • Geef weilandes op tijd rust en laat de paarden niet te lang over een kortgegeten weiland lopen, ook dit zorgt voor stress bij het gras.

Paarden met een bekende aanleg tot hoefproblemen moeten – naast de boven beschreven verzorging – altijdin in zijn geheel worden bekeken, aangezien bestaande stofwisselingsstoornissen vaak op verschillende momenten bijdragen aan de ontwikkeling van hoefbevangenheid.

Een mogelijk niet herkende insulineresistentie, cryptopyrrolurie of dysbiose (foutieve fermentatie in de darm) moet altijd worden meegenomen in de diagnostische overweging. Dit is de enige manier om het paard duurzaam en op de lange termijn te helpen.