Leestijd 6 minuten

Elk najaar duikt het debat in veel stallen weer op: moeten de paarden ontwormd worden of niet? Gelukkig wint het concept van selectieve ontworming op steeds meer stallen terrein. Dit houdt in dat monsters van de mest worden getest om de aanwezigheid van wormen in het paard vast te stellen. Als er wormen worden gevonden, wordt het paard ontwormd; zo niet, dan kun je rustig achterover leunen tot het volgende mestonderzoek.

Normaal gesproken wordt slechts ongeveer 20% van een kudde getroffen door wormbesmetting en dit zijn vaak terugkerende gevallen. De overige 80% is ofwel wormvrij of vertoont een minimale wormbelasting waardoor ingrijpen niet nodig is.

Voor de meeste wormsoorten zijn mestmonsters een betrouwbare manier om wormen op te sporen. Strongylidae, de meest voorkomende wormen, verdienen consequente aandacht bij volwassen paarden. Jonge paarden zijn vatbaar voor besmettingen met spoelwormen, terwijl oudere paarden sporadisch last kunnen hebben van pinwormen.

Een ernstige lintworminfectie is gemakkelijk te herkennen omdat je tijdens het uitmesten regelmatig de witte ledematen in de mest van het paard vindt, daar heb je niet eens een microscoop voor nodig.

Een uitzondering hierop vormen de larven van de paardenhorzel die niet in de mest te vinden zijn, omdat ze in de maag van het paard overwinteren. Daarom kun je een besmetting niet in de mestonderzoek terugzien. Je kunt een besmetting wel herkennen aan de opvallende gele eitjes in de vacht, die zich vooral concentreren op de benen en schouders van het paard in het midden en het einde van de zomer.

Als een groep paarden met eitjes van de horzel is besmet, moet er ontwormd worden zodra de eerste vorst is geweest en er geen vliegende insecten meer aanwezig zijn.

De ontwormingsprocedure elimineert de larven in de darmen. Als er geen volwassen horzels meer vliegen, kan er geen nieuwe besmetting plaatsvinden. Dit verstoort de cyclus, omdat het paard in de lente geen larven meer loslaat, waardoor ze zich niet kunnen ontwikkelen tot volwassen dieren die eieren leggen.

Consistente ontworming tegen horzels in een bepaalde regio leidt vaak tot een vermindering van hun verspreiding. Dit kan ertoe leiden dat ze uiteindelijk uit de regio verdwijnen en zich verplaatsen naar andere gebieden.

Nog niet lang geleden was de heersende opvatting dat de paarden automatisch met wormen worden besmet en het zonder ingreep door de mens alleen maar erger zou worden tot aan overlijden toe – tenzij de aanwezige wormen door regelmatige ontwormingsbehandelingen om de drie tot zes maanden bestreden worden.

Paardenmest op de weg
© Adobe Stock/blende11.photo

Recent uitgebreid onderzoek naar ontworming heeft aangetoond dat paarden aangeboren capaciteiten bezitten om wormbesmettingen af te weren. Een goed functionerend immuunsysteem en een gezonde darmomgeving spelen een cruciale rol in dit afweermechanisme.

Dit is precies waar de verschillende “alternatieve ontwormingsmiddelen” om de hoek komen kijken, variërend van homeopathie tot kruidenmengels. Hun effectiviteit draait meestal om het verbeteren van het darmmilieu, waardoor het ongastvrij wordt voor wormen. Als deze parasieten enigszins verzwakt zijn, kan het immuunsysteem ze effectiever bestrijden en hun vertrek afdwingen. Vervolgens vinden pas opgenomen wormlarven de omgeving zo ongunstig dat ze ervoor kiezen zich daar niet te vestigen.

Door dergelijke maatregelen is het vaak mogelijk om je paard aanzienlijk te ondersteunen en te voorkomen dat de wormpopulatie in de darmen escaleert tot een niveau waarop chemische ontworming nodig is.

De traditionele geneeskunde heeft talrijke planten gedocumenteerd voor hun wormverdrijvende eigenschappen, die van oudsher werden gebruikt voor zowel mensen als dieren. Hoewel er nog maar weinig langetermijnonderzoek is gedaan naar het effect van deze kruiden bij paarden, werpt lopend onderzoek licht op hun potentieel. De eerste bevindingen en resultaten suggereren dat kruiden inderdaad ondersteuning kunnen bieden aan de darmen, door een eerste wormbesmetting te voorkomen of door te helpen bij een sneller herstel na een milde worminfectie, zelfs zonder chemische interventies.

Wanneer er echter sprake is van een ernstige worminfectie, blijken deze maatregelen alleen vaak ontoereikend. In zulke gevallen is een chemisch ontwormingsmiddel meestal noodzakelijk (kies altijd de werkzame stof op basis van de specifieke wormsoort en vermijd onnodig gebruik van krachtige behandelingen).

Tegelijkertijd is het gebruik van kruiden om nieuwe infecties te voorkomen altijd nuttig. Esparcette is een uitstekend voorbeeld van een kruid dat uitblinkt in de bestrijding van parasieten. Talrijke onderzoeken bij kleine herkauwers, zoals schapen en geiten, hebben aangetoond dat dieren die regelmatig met esparcette worden gevoerd aanzienlijk minder worminfecties hebben.

© Okapi GmbH

Voorlopig onderzoek bij paarden suggereert dat esparcette een stabiliserende invloed uitoefent op de dikke darm, precies daar waar de problematische strongylidae gedijen. Dit impliceert dat esparcette waarschijnlijk bijdraagt aan het veranderen van het darmmilieu op een manier die ongastvrij wordt voor wormen. We wachten met spanning op de uitkomsten van lopende onderzoeken bij paarden.

Een andere manier van fytotherapeutische ondersteuning ligt in verschillende kruidenmengsels, zoals de OKAPI Wormkruiden, die, naast talloze andere producten, zijn ontwikkeld in samenwerking met het OKAPI-team.

Dergelijke kruidenmengsels maken gebruik van de aloude wijsheid van de traditionele geneeskunde en hergebruiken kruidenplanten voor de hedendaagse gezondheidszorg. Wormkruiden kunnen in de herfst en lente in het dieet worden opgenomen als preventieve strategie om infecties tegen te gaan en de zuiverende werking van het immuunsysteem in de darmen te versterken.

Homeopathie biedt ook een mogelijkheid voor wormprofylaxe. De literatuur beschrijft een aantal individuele middelen om de afweer tegen verschillende wormsoorten te versterken. Zo wordt Abrotanum C30 aanbevolen tegen strongylidae, Cina C30 tegen horzels en Nartrium Sulfuricum D12 tegen lintwormen.

Voordat je homeopathische middelen gaat gebruiken, is het echter noodzakelijk om een deskundig homeopaat te raadplegen om vast te stellen of de gekozen therapie geschikt is voor de specifieke omstandigheden van het paard. Anders kan een onjuiste toepassing van dergelijke middelen mogelijk leiden tot aanzienlijke eerste verergeringen.